Van oudsher zijn we gewend dat er vanuit de rivieren altijd voldoende zoetwater beschikbaar is voor gebruik op de eilanden. Tijdens de afgelopen droge jaren is echter duidelijk geworden dat dit naar de toekomst toe niet vanzelfsprekend is.

Voortgang speerpunt

Deze tijdlijn laat zien dat we op koers liggen met de realisatie van dit speerpunt

Beschikbaarheid en gebruik van zoetwater

In de zomer van 2022 hadden we tegelijkertijd te maken gehad met een groot neerslagtekort en een rivierafvoer die lager was dan in de voorspellingen voor mogelijk gehouden werd. Dankzij vernuftig samenwerken langs de principes van Slim Watermanagement met andere waterschappen en Rijkswaterstaat is het gelukt het hoofdwatersysteem bij de meeste inlaatpunten voldoende zoet te houden. Daarbij is wel het kantelpunt - waarna dat dus niet meer mogelijk is voor een deel van het gebied - gevaarlijk dichtbij gekomen. Naar de toekomst toe is de verwachting dat een situatie als die in 2022 vaker voor zal komen. Voor ons waterschap zijn met name de lage rivierafvoeren het grootste zorgpunt.

Structureel lagere rivierafvoeren in de Rijn-Maasmonding kunnen worden veroorzaakt door klimaatontwikkelingen, door het verdwijnen van gletsjers, door een toename van watergebruik bovenstrooms en door een andere verdeling van het rivierwater over het hoofdwatersysteem. Op al deze onderdelen wordt op de middellange en lange termijn een verandering verwacht die waarschijnlijk negatief uitpakt op de zoetwaterbeschikbaarheid in de Rijn-Maasmonding. Vanuit de beide zoetwaterregio’s waar wij onderdeel van uitmaken vindt volop onderzoek plaats naar risico’s die op ons af komen en keuzes die gemaakt kunnen worden. Bij deze onderzoeken zijn wij zoveel mogelijk actief betrokken. Daarmee proberen we zo vroeg mogelijk zicht te krijgen op toekomstige situaties waar we rekening mee moeten houden en daarnaast tijdig in staat te zijn waar nodig onze belangen onder de aandacht te brengen.

Ook zijn we binnen het programma nieuwe besturing watersysteem verdergegaan met de ontwikkeling van een beslissingsondersteunend systeem (NBWS-BOS), waarmee de peilbeheerders beter ondersteund worden in het uitvoeren van hun taken. Het NBWS-BOS wordt in de loop van de komende jaren in gebruik genomen en zal continu worden doorontwikkeld. Op de Kop van Goeree, waar geen zoetwater ingelaten kan worden, zijn we begonnen met een project om te verkennen of en hoe we efficiënter met het beschikbare zoetwater om kunnen gaan. Hiernaast zijn we gestart met een project om een groot aantal belangrijke inlaten te automatiseren en te voorzien van chloridemeters. Dit om ten tijde van lage rivierafvoeren, zoals tijdens de droge zomer van 2022, optimaal water te kunnen inlaten.

Optimaliseren van de beschikbaarheid van zoetwater

De peilindicator laat zien hoe het peilbeheer in 2022 is uitgevoerd.

Aantal peilgebieden20212022
Totaal aantal peilgebieden720721
Peilgebieden getoetst467 (65%)459 (64%)
Getoetste peilgebieden die voldoen418 (90%)408 (89%)
Getoetste peilgebieden die niet voldoen49 (10%)51 (11%)

Het percentage peilgebieden waarbij in 2022 onder normale (weers)omstandigheden het peilbeheer conform peilbesluit is uitgevoerd is 89% en is qua percentage nagenoeg gelijk aan het jaar 2021. Er is een lichte toename in het aantal peilgebieden dat niet getoetst is. De oorzaak hiervan is grotendeels dat er geen of te weinig constante data is om een goede toetsing uit te voeren. Denk hierbij aan:

  • Helemaal geen peilmeter
  • Helemaal geen data
  • Kunstwerken of chatters (digitale peilschalen) die niet het gehele jaar gemeten hebben
  • Chatters die het gehele jaar niet gemeten hebben
  • Analoge peilschalen die te weinig afgelezen zijn

Dit zijn allemaal zaken ter verbetering die de organisatie zal oppakken voor toekomstige jaren.

Kaart chloridewaarden

In onderstaande kaart is de maximale gemeten chloridewaarde (in mg Cl per liter) binnen het groeiseizoen te zien, gemeten met het vaste waterkwaliteitsmeetnet van maandelijkse metingen.