Toekomstbestendig watersysteem
Ons gebied is zo ingericht dat neerslag zo lang mogelijk vastgehouden kan worden. Het regionale watersysteem zorgt ervoor dat overtollig water uit stad en polder in het watersysteem kan worden geborgen en wanneer nodig wordt afgevoerd. Bij droogte wordt er voldoende water aangevoerd en ververst. Als gevolg van klimaatverandering krijgen we te maken met steeds heftigere buien en met langere droge periodes. Kortom, de extremen nemen toe. Om ook in de toekomst voldoende water te bergen en aan- en af te kunnen voeren, moet het watersysteem meebewegen met een veranderend klimaat.
Voortgang speerpunt

Vergroten van het waterbergend en -verwerkend vermogen van het watersysteem
Het is niet haalbaar om voor het einde van de planperiode de volledige wateroverlastopgave, berekend op het klimaat van 2050, ingevuld te hebben. Voor enkele locaties blijkt het bovendien niet realistisch om de opgave berekend op het huidig klimaat in te vullen voor 1 januari 2028, de deadline die gesteld is in de Omgevingsverordening Zuid-Holland.
Dit heeft meerdere oorzaken. De doorlooptijd van de watergebiedsplannen, waarin we de wateroverlastopgave oplossen, blijkt langer te zijn dan de inschatting was voordat dit traject werd gestart. Dat komt door de grote complexiteit die bij de eerste watergebiedsplannen boven water kwam en door de druk op de beschikbare capaciteit. Hierdoor blijkt het niet maakbaar te zijn om de volledige ronde watergebiedsplannen voor het einde van de planperiode af te ronden. Hiernaast komen we ook knelpunten tegen waarbij het niet evident is dat deze realistisch of doelmatig zijn om op te lossen. Voor deze knelpunten zal een proces doorlopen moeten worden om een gebiedsnormering aan te vragen bij de provincie. Met de provincie wordt gekeken naar het proces rondom het niet voor de deadline van 31 december 2027 voldoen aan de gebiedsnormering.
Wel hebben we de eerste jaren van deze planperiode veel werk verzet om de wateroverlastopgave voor het klimaat van 2050 inzichtelijk te maken en op te lossen. De eerste vier watergebiedsplannen (Putten, Hoeksche Waard zuidwest, Flakkee oosthoek en IJsselmonde noordoost) hebben de eerste twee fases doorlopen en zijn in 2024 ter consultatie in de Commissie Water behandeld. De watergebiedsplannen Pernis, Oudeland en Binnenmaas en Goeree West gaan begin 2025 ter consultatie naar de Commissie Water. De al gestarte planvorming van deze watergebiedsplannen wordt voortgezet en tevens gaan enkele maatregelen vanuit de watergebiedsplannen richting uitvoering.
Verder blijven we met omgevingspartners in gesprek om waar mogelijk extra waterbergend vermogen te realiseren, ook buiten de watergebiedsplannen om. Ook onze inspanningen op het hemelwaterbeleid (zie hoofdstuk anders omgaan met hemelwater) dragen positief bij aan het gereed maken van ons watersysteem op het klimaat van 2050. Het vaststellen van beleidsregel 11 zorgt ervoor dat er bij het aanleggen van nieuwe verharding minder hemelwater versneld afstroomt op het watersysteem.
Onderstaande kaart geeft een beeld van de wateropgave, uitgaande van het klimaat van 2050.
Vergroten van het inzicht in de gevolgen van klimaatverandering voor het watersysteem
In 2023 heeft het KNMI nieuwe klimaatscenario’s uitgebracht. Op basis hiervan heeft de STOWA in 2024 nieuwe neerslagreeksen voor het toekomstige klimaat berekend. Op dit moment worden deze nieuwe neerslagreeksen geanalyseerd en wordt samen met andere Zuid-Hollandse waterschappen gekeken hoe deze meegenomen kunnen worden in de watergebiedsplannen zodat we het meest actuele inzicht hebben in de gevolgen van klimaatverandering voor het watersysteem.
Binnen de watergebiedsplannen wordt inzichtelijk wat de gevolgen van klimaatverandering zijn voor onze opgaven binnen het watersysteem in de verschillende gebieden. Gedurende het proces komen we erachter dat deze opgaven groter en complexer zijn dan voorheen gedacht. Hierdoor blijkt het niet maakbaar te zijn om de volledige ronde watergebiedsplannen voor het einde van de planperiode af te ronden. Op dit moment wordt op basis van bestuurlijke wensen en de maakbaarheid op basis van de beschikbare capaciteit gekeken wat een duurzame planning is voor deze ronde watergebiedsplannen.
Mede naar aanleiding van de wateroverlast in Limburg in 2021 wordt er gewerkt aan een integrale, risicogerichte benadering voor de normering wateroverlast na 2027. Ons waterschap is aangesloten bij het traject om deze normering vorm te geven.
Hiernaast is er tijdens deze planperiode gewerkt aan de waterschapsregiekamer (WRK), die naar verwachting in 2025 in gebruik zal worden genomen. In de WRK hebben wij straks een centraal overzicht van onze waterketen (rioolwaterzuivering) en watersystemen in ons hele werkgebied. Zo zijn wij straks met meer data, bredere inzichten en kennisborging beter voorbereid op onze toekomst met klimaatverandering, piekbuien en langdurige droogte.